Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Voogdij

betekenis & definitie

v. (-en), het zijn —, de functie van voogd; zorg voor de persoon en de goederen van een minderjarige van wie de ouders of een der ouders overleden of van de ouderlijke macht ontzet, of gescheiden zijn: de voogdij aan iem. opdragen; uit de voogdij ontzet worden-,onder voogdij staan, onder het gezag van een voogd ; ook fig.; — raad van voogdij, raad van voogden voor een minderjarige vorst.