1. tooien, opsmukken, met sieraden behangen : gij versiert de graftekenen der rechtvaardigen (Mattli. 23:29); huizen en straten versieren ; (zich) versieren met iets, (zich) mooi maken, veelal iron.: het diaconiemannetje, dat ik bij deze gelegenheid met den naam van Keesje hoorde versieren (Beets): — een boek versieren, er ornamenten enz. in aanbrengen :
2. tot sieraad verstrekken : die bomen versieren het plantsoen ; (zegsw.) regelmaat versiert de straat;
3. (vero.) verzinnen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk