Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verplaatsen

betekenis & definitie

(verplaatste, heeft verplaatst),

1. elders plaatsen: meubelen, boeken verplaatsen; — elders vestigen: de zetel der regering, een winkel verplaatsen; van standplaats doen veranderen: een ambtenaar verplaatsen ; — een leerling op school verplaatsen, hem een andere plaats geven; — (rekenk.) een factor verplaatsen;
2. zich verplaatsen, van plaats veranderen, zich voortbewegen : planten kunnen zich niet verplaatsen ; de depressie verplaatst zich slechts langzaam; — het accent heeft zich verplaatst, valt op een andere plaats ; — zich in de gedachte naar New York verplaatsen, zich voorstellen dat men daar is ; — zich in iemands toestond verplaatsen, zich daarin indenken ;
3. door zijn volume of zijn beweging wegdrukken : het water dat verplaatst wordt door het ondergedompelde gedeelte; de schroef verplaatst de lucht.