Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vermaken

betekenis & definitie

(vermaakte, heeft vermaakt),

1. hermaken, anders maken (inz. van kledingstukken); — een pen vermaken, versnijden; 2. bij testament toewijzen, legateren : het huis vermaakte hij aan zijn neef ;
3. verlustigen, pleizier bereiden, vrolijk doen zijn: iem. met zijn geestigheden vermaken ; — wederk. zich vermaken , genoegen smaken, pleizier hebben;
4. (Zuidn.) afsluiten, omheinen : sluiten ; — (een wonde enz.) verbinden.