v. (-n),
1. houten vat dat naar boven wijder wordt en geen deksel heeft, veelal met oren; kuip: aan de tobbe staan, aan de waskuip staan, wassen; de stoffenverver stond over zijn tobben met blauwe en rode roersels;
2. bep. maat voor vis (± 40 pond): te Tolen wordt de bot per tobbe verkocht.