Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Theodosius

betekenis & definitie

ELAVIUS —, bijgenaamd DE GROTE, Rom. keizer (379—395 n. C.), die bij zijn sterven het rijk onder zijn beide zonen Arca'dius en Hono'rius verdeelde (Oost- en West-Romeinse rijk); bestreed het heidendom, verbood in 394 alle heidense offers en schafte de Olympische spelen af.

< >