Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Terugtocht

betekenis & definitie

m., tocht waarbij men zich wederom begeeft in de richting of naar de plaats vanwaar men tevoren gekomen is ; inz. gebezigd met betr. tot een troepenmacht die gedwongen is zich terug te trekken : de terugtocht aanvaarden, blazen; — iem. de terugtocht afsnijden, eig. en fig. : hem verhinderen zich uit een situatie te redden.