Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Schepje

betekenis & definitie

o. (-s),

1. kleine schep, lepeltje met plat blad: een zilveren schepje;
2. hoeveelheid die op een kleine schep gaat: een schepje suiker;

(fig.) er een schepje op doen: a. wat meer kracht ontwikkelen of doen ontwikkelen: wat harder gaan; b. zijn bod of zijn eis verhogen; c. (een verhaal enz.) aandikken;

3. naam van een zeldzaam, zeer teer en doorschijnend horentje (Philine aperta quadripartita).

< >