(<Fr. rivet), v. (-ten),
1. (bouwk.) verdund gedeelte van tuimelaars en duimen; — (bij kasten van plaatwerk) de lippen aan de kanten der ene plaat gemaakt die, na door de overeenstemmende gaten in de andere plaat gestoken te zijn worden, omgeslagen;
2. (inz. Zuidn.) klinknagel, niet.