Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Raaklopen

betekenis & definitie

(liep raak, heeft raakgelopen),

1. al lopende treffen, niet mislopen;
2. op goed geluk af lopen;
3. (niet alg., met betr. tot een bedrag) een bepaalde hoogte bereiken: een makelaar moet uitmaken of de schade raakloopt, d.w.z. of het percentage de franchise bereikt.