bn. (...zamer, -st),
1. welberaden, verstandig: het is niet raadzaam aan die overtuiging te gaan tornen; — iets raadzaam vinden, oordelen;
2. aanbevelenswaardig, wenselijk, nuttig: het is niet raadzaam daarheen te gaan, dat te doen, te zeggen; iets raadzaam vinden, oordelen.