Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Raadpensionaris

betekenis & definitie

m. (-sen), (hist.)

1. titel van een voornaam ambtenaar in vele Nederlandse steden van de 16de tot de 18de e., die de stadsregering als raadsman diende en de afgevaardigden van de vroedschap naar de Statenvergadering vergezelde;
2. titel van de voornaamste bestuursambtenaar in Holland en WestFriesland tijdens de Republiek: de raadpensionaris was o.m. belast met het voeren van de correspondentie namens de Staten en kon ook in verschillende andere opzichten als hun gevolmachtigde optreden;
3. in de grondwet van 1805 titel van de persoon die belast was met de uitoefening van de uitvoerende macht in de Bataafse Republiek.