(<Lat.), m. (-en),
1. (oorspr.) elk der Duitse Lutherse vorsten en steden die protest aantekenden tegen de besluiten van de Rijksdag te Spiers in 1529;
2. alg. naam voor de leden van die Christelijke kerkgenootschappen die ten gevolge van de Kerkhervorming der 16de eeuw zijn ontstaan; — ook praedicatief en dan overgaand in een bn.: zij zijn Protestant; vrijzinnig Protestant.