(<Lat.), o. (-en),
1. (rechtst.) (ouderw.) in het geding gebracht, voorgelegd stuk;
2. voortbrengsel, vrucht: de producten van een land, van de nijverheid; koloniale producten; — voortbrengsel van een chemisch of physiologisch proces: de producten der stofwisseling; — (oneig.) resultaat; — van kunstwerken: letterkundige producten; vgl. geestesproduct; — 3. (min. van pers.) misbaksel: dat is me ook een product;
4. (rekenk.) uitkomst van een vermenigvuldiging: een gedurig product, bestaande uit meer dan twee factoren; merkwaardige producten.