Wat is de betekenis van Product?

(1905) (inf.) (meestal voorafgegaan door lastig) lastig persoon; misbaksel. • O, Maatje, Maatje, u maakt er wat van, de juffrouw is heusch altijd lief voor mij geweest, wel streng, maar zeg nu zelf eens, wat een lastig produkt ben ik ook! (Felicie Jehu: Nel de ontembare. z.j. 1905) • Verdwijn jij voorlopig maar uit mijn ogen, lastig prod...

product - zelfstandig naamwoord uitspraak: pro-duct 1. wat gemaakt wordt in de industrie of gekweekt in land- en tuinbouw ♢ de producten van dit bedrijf worden goed verkocht 2. uitkomst van vermenigvuldiging ...

Geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of dienst. Dit betreft alles wat kan worden aangeboden op een markt, voor consumptie, verbruik, gebruik of attentie, waarmee in een specifieke behoefte kan worden voorzien.

(meestal voorafgegaan door lastig) lastig persoon; misbaksel. O, Maatje, Maatje, u maakt er wat van, de juffrouw is heusch altijd lief voor mij geweest, wel streng, maar zeg nu zelf eens, wat een lastig produkt ben ik ook! (Felicie Jehu, Nel de ontembare, 1905) Verdwijn jij voorlopig maar uit mijn ogen, lastig product. (Jan Wolkers, Terug naar Oeg...

Het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of dienst. Dit betreft alles wat kan worden aangeboden op een markt, voor consumptie, verbruik, gebruik of attentie, waarmee in een specifieke behoefte kan worden voorzien. Met betrekking tot de samenstellende onderdelen van het product wordt door Leeflang een onderscheid...

Combinatie van tastbare en niet-tastbare eigenschappen waarmee een goed of dienst – als een pakket ‘pluspunten’ – in een bepaalde behoefte voorziet.

Produkt Het getal of de grootheid, die het gevolg is van een vermenigvuldiging.

o., voortbrengsel, vrucht, bedrag; de uitkomst van een vermenigvuldiging

s.n., produkt (it).