v. (-en),
1. gedrukte en gewoonlijk gekleurde plaat: iem. in prent afbeelden ; prentjes kijken, zoeken in een boek; — afbeelding van een heilige zoals een geestelijke geeft aan die kinderen die hun vragen goed gekend hebben: een prentje krijgen, (ook fig.) een pluimpje krijgen, geprezen worden; — zij heeft een gezicht als een prentje, een stijf, houterig gezicht;
2. (volkst.) bankbiljet;
3. (spottend) fat: hij is een waar prentje; — stijf, houterig vrouwspersoon: een paar oude prenten;
4. (jag.) spoor, indruksel dat het wild bij het lopen op een weke bodem of in sneeuw maakt: prenten van een haas op de sneeuw zien;
5. houten koekvorm waarin sinterklaaspoppen of andere figuren zijn uitgesneden.