Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opus

betekenis & definitie

(Lat.), o. (opera), -werk, gewrocht; magnum opus, een zeer groot werk; — (in ’t bijz., muz.) als een geheel beschouwd, door een nummer aangeduid werk van een componist; — (godg.) opus operatum, ieder werk dat de mens zonder eigen toedoen ten goede komt, objectieve werkzaamheden der sacramenten.

< >