Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onzalig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), uiterst ongelukkig, diep ellendig; (van zaken) ellende met zich brengende of veroorzakende: hoe onzalig is mijn lot; ’t kind uit die onzalige echt gesproten; een onzalig ogenblik; ware dit onzalige woord slechts ongesproken gebleven!

< >