Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onbeklemd

betekenis & definitie

bn., niet beklemd;

1. (van de borst, de longen enz.) niet belemmerd in hun verrichtingen, ruim, vrij: uit onbeklemde borst; slechts met onbeklemde longen wordt het zieldoordringend lied helder uit de borst gezongen;
2. (fig.) (van de geest) door generlei bezwaren of zorgen gedrukt, onbeangst en dus vrij opgeruimd, vrolijk: onbeklemde zielen, niet bezorgd voor nakend leed.

< >