Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bezwaren

betekenis & definitie

(bezwaarde, heeft bezwaard),

1. een last doen dragen, beladen : de veiligheidsklep met gewichten bezwaren;
2. oneig.: een huis bezwaren, hypotheek op een huis nemen; — een met schulden bezwaarde nalatenschap ; — die spijs bezwaart mijn maag, kan ik moeilijk verteren; dat bezwaart mij te veel, dat is te lastig, te duur voor mij ;
3. (fig.) de druk v. e. schuld doen gevoelen : zijn geweten is met een misdaad bezwaard; vgl. Bezwaard; ook: schuld leggen op : ik wil hem niet bezwaren, verdenkingen te zijnen opzichte uitspreken;
4. zich bezwaren over iets, zich beklagen : hij heeft zich daarover bij mij bezwaard.