Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Non

betekenis & definitie

I. NON,

v. (-nen),
1. (R.-K.) vrouwelijk persoon die de kloostergelofte heeft afgelegd, kloosterzuster: non worden; monniken en nonnen;
2. (scherts.) meisje of vrouw die in de wereld met min of meer gemaakte ingetogenheid leeft;
3. soort van duif, zwart met witte gekuifde kop;
4. nonvlinder;
5. (gew.) gedraaide arm van een spinnewiel;
6. (Zuidn.) tol, top;
7. (gew.) knopje op een priktol.

II. NON NONNIE, (Ind.) aanspreekwoord voor een Chinees of Europees meisje: dag nonnie. III. NON-... (Fr.), niet; als eerste lid van samengestelde woorden, bij sommige minder gewone door een streepje (-) van het tweede lid gescheiden.