Non
Eenstammige verkorting van een Germaanse naam, nog eens sterk verkort via de stam nôthi, respectievelijk -a uit nand-namen; nand- is Gotisch nanths 'dapper' (zie -nand-); vergelijk Stark 168: Nonno = Nando. Vgl. Ferdinand.
Nederlandse Voornamenbank
Eenstammige verkorting van een Germaanse naam, nog eens sterk verkort via de stam nôthi, respectievelijk -a uit nand-namen; nand- is Gotisch nanths 'dapper' (zie -nand-); vergelijk Stark 168: Nonno = Nando. Vgl. Ferdinand.
Nederlandstalige WikiWoordenboek
non - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) inwoonster van een vrouwenklooster ♢ Nonnen kan men makkelijk herkennen aan hun typische zwart-witte kledij. Synoniemen zuster
Nu slechts 21,95!
Lexicon van het Bijgeloof
De gelofte der kuisheid en het niet gehuwd zijn van nonnen, monniken en priesters vinden (en vonden) vele mensen verdacht, en dat is vermoedelijk de reden van het negatieve bijgelovige imago van de vertegenwoordigers van de geestelijke stand, die men vroeger liever niet zomaar over straat zag gaan. Een non tegenkomen vond men minstens zo akelig als...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg: Vloeken, een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie (SDU, 2001).
In het zuiden van het taalgebied komt de weinig extatische bastaardvloek honderd zakken gort voor de nonnen voor. Men mag bij non natuurlijk aan ‘zuster, religieuze’ denken. Toch is het aannemelijker om in gort voor de nonnen een substituut te zien van godverdomme, waardoor de vloek iedere vlinderachtige lich...
Jan Meulendijks
kloosterzuster; duif; aanspreektitel van een meisje (Ind.)
Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal (1991). Geschreven door Kunst, Hanneke, en Xandra Schutte.
Non - lesbo die zich pas na teleurstellingen met heren op de dames stort en dit zo nadrukkelijk doet dat duidelijk is dat ze allereerst zichzelf nog moet overtuigen. Een non keert na teleurstellingen met dames dan ook vaak weer terug in de herenarmen. Dan wordt dat verklaard met ‘dat kan weer tegenwoordig’. Ook het Anja-Meulenbelt-effec...
Art & Architecture Thesaurus
non - Vrouwen die behoren tot religieuze ordes gewijd aan godsdienst en meditatie. Nonnen leggen meestal geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af en leven vaak buiten de samenleving in een klooster.
Nederlandse encyclopedie
[Fr.], niet, als eerste lid van samengestelde woorden (bij niet in hun geheel aan een vreemde taal ontleende woorden wordt een koppelteken gebruikt).
Termen uit het katholieke leven (1967)
populaire, van het Latijnsche woord nonna afgeleide naam voor een vrouwelijke → kloosterlinge. Zie ook Zuster.
Voornamenboek
v Eenstammige verkorting van een Germ. naam, nog eens sterk verkort via de stam nóthi, resp. -a uit nand-namen; nand- = Got. nanths ‘dapper' (zie -nand-); vgl. Stark 168: Nonno = Nando. Vgl. Ferdinand.
Vreemde woorden woordenboek
in samenstellingen: niet
Onder redactie van Prof. dr. J.C. Groot
duidt in strikte zin een religieuze aan, die behoort tot een eigenlijk gezegde kloosterorde (bijv. Clarissen, Carmelietessen), maar in ruimere zin wordt het woord ook gebruikt ter aanduiding van iedere religieuze. Het woord gaat terug op nonna en nonnus (woorden waarschijnlijk van Egyptische afkomst), waarmee de kinderen hun ouders en andere oudere...
Dr. F.P.H. Prick van Wely
neen; niet; non?, is ’t toch waar?; non quel chic type!, dat is nou nog eens een meneer, zeg!; non pas, niet; non pas!, geenszins!; non que (met subj.), niet dat; que non, wel neen; je dis que non, ik zeg van niet; non seulement..., mais encore, niet alleen..., maar ook.
Woordenboek Italiaans (IT-NL) 1951
niet; non che, niet alleen; se non che, evenwel, indien... niet; non gla che..., niet dat....
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
I. NON, v. (-nen), 1. (R.-K.) vrouwelijk persoon die de kloostergelofte heeft afgelegd, kloosterzuster: non worden; monniken en nonnen; 2. (scherts.) meisje of vrouw die in de wereld met min of meer gemaakte ingetogenheid leeft; 3. soort van duif, zwart met witte gekuifde kop; 4. nonvlinder; 5. (gew.) gedraaide arm van een spinne...
Geschreven door Dr. J.F.L. Montijn
adv. 1. niet; het vormt soms met een substantief één begrip, b.v. non corpus, een niet-lichaam, Cic., non sutor, Cic., non homo = nemo. Hor.; non minime, ten zeerste, Clc., non beatissimus, zich juist niet in de gelukkigste omstandigheden bevindende, Nep.; non nihil, iets, een en ander, Cic.,...
Dr. C.F.A. van Dam
adj. oneven; m. oneven getal; nones, pl. herhaalde ontkenning; decir nones, op alles neen zeggen; andar de nones, fam. lopen lanterfanten; estar de non, fam. te veel zijn; pares o nones, even of oneven.
Vreemde woorden, uitdrukkingen en afkortingen (1948)
noni, (B.I.) v. meisje.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.