m. (-en),
1. (muz.) versiering van een of meer noten die achter een triller gevoegd worden met terugkeer tot de hoofdnoot; — (ook) een of meer toegevoegde noten zonder eigen waarde, als overgang tot een volgende noot;
2. (oliesl.) het tweede of laatste persen van het zaad (in tegenstelling met voorslag);
3. (o.) het blok waarin de onder 2. genoemde werking geschiedt: hij maakt een leven als een naslag, veel lawaai.