I. MODDEREN
(modderde, heeft gemodderd),
1 modder uithalen, baggeren;
2. (zeew.) zich in de modder bewegen of over de grond voortgaan: het schip moddert;
3. met modder knoeien.
II. MODDEREN (modderde, heeft gemodderd),
1. (veroud.) een minder fraaie zaak schikken, zodat er niet meer over gesproken wordt: de zaak schijnt door beide partijen gemodderd te zijn;
2. schipperen, knoeien : modderen met beginselen.