Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Loog

betekenis & definitie

I. v. (logen),

1. oplossing verkregen door zekere vaste stoffen (as, ertsen, zoutmassa’s enz.) met water uit te trekken; in ’t bijzonder oplossing van soda of potas: zachte en bijtende logen; het linnen in de loog zetten; (fig.) iem. uit de loog borstelen, hem in een nieuw pak (kleren) steken; — (boekdr.) chemische oplossing om de afgedrukte vormen van de overgebleven inktdelen te zuiveren;
2. (scheik.) base.

II. v., (zeew.) stukken hout, die volgens ’t beloop van het schip moeten gebogen worden en door bevochtiging en branding kromtrekken.