Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Linkerhand

betekenis & definitie

v. (-en), hand aan de linkerzijde; — aan de lin'kerhand, links ; — met de linkerhand' huwen, morganatisch huwen met een vrouw van mindere rang, aan welke niet al de rechten van een wettige vrouw gegeven worden (inz. bij vorsten); — laat uw lin'kerhand niet weten wat uw rechter doet (Matth. 6 : 3), men moet zijn weldaden vergeten, er niet op bogen ; — met twee (of zes) lin'kerhanden geboren zijn, buitengewoon onhandig zijn.

< >