Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Huwen

betekenis & definitie

(huwde, heeft en is gehuwd),

1. (onoverg.) een huwelijk aangaan, in de echt treden, trouwen: hij huwt met de dochter van zijn patroon; ik ben gehuwd (vgl. Gehuwd);
2. (overg.) tot echtgenoot nemen: hij heeft een rijke erfdochter gehuwd;
3. (fig.) paren, verenigen: naarstigheid limoen aan deugd.