1. (onoverg.) een huwelijk aangaan, in de echt treden, trouwen: hij huwt met de dochter van zijn patroon; ik ben gehuwd (vgl. Gehuwd);
2. (overg.) tot echtgenoot nemen: hij heeft een rijke erfdochter gehuwd;
3. (fig.) paren, verenigen: naarstigheid limoen aan deugd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk