Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Legaat

betekenis & definitie

I. (<Lat.), m. (...gaten),

1. (Rom. gesch.) persoon aan de veldheer toegevoegd; onderbevelhebber: de legaten werden benoemd door de senaat in overleg met de veldheer;
2. pauselijk gezant.

II. (<Lat.), o. (...gaten),

1. erfmaking, testamentaire beschikking waarbij de erflater aan een persoon zekere bepaalde goederen geeft;

2. goederen als bij 1. genoemd: een legaat krijgen.