Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Koten

betekenis & definitie

(kootte, heeft gekoot),

1. (veroud.) met koten (in de bet. 3.) werpen (jongensspel);
2. met kleine stenen werpen naar een rechtopstaande steen ; de kootbaas moet hem die zijn werpsteen weghaalt, trachten te tikken, waarna deze kootbaas wordt;
3. bikkelen met kootjes (meisjesspel).

< >