Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Knutselen

betekenis & definitie

(knutselde, heeft geknutseld), allerlei kleine voorwerpen ook wel toestellen uit liefhebberij en met geringe hulpmiddelen maken : een zelf (in elkaar) geknutseld radiotoestel; — zich daarmee bezighouden : hij zit altijd te knutselen ; — in ongunst, zin : op gebrekkige, dilettantische wijze fabriceren of werken aan: verzen knutselen; de N.S.B.-ers die aan staat en maatschappij knutselden.

< >