Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ketters

betekenis & definitie

bn. bw.,

1. van of als van een ketter of ketters, onrechtzinnig: ketterse begrippen, leerstellingen, boeken; dat is ketters;
2. ketter zijnde; in ’t bijz.: Protestant, ook zelfst.: de kettersen;
3. afwijkend van het geijkte op een gebied van wetenschap of kunst.

< >