m. en v. (-pen),
1. iem. die een kaal hoofd heeft (schimpnaam); (spr.) men kan geen kaalkop bij het haar vatten;
2. (nat. hist.) naam van vogels met ongevederde, van vissen met ongeschubde kop;
3. (veroud.) Ind. ben. voor een soort van zeebaars (Lates calcarifer) ongeveer zo groot als een schelvis (verbastering van Mal. kakap).