Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Joods

betekenis & definitie

I. bn.,

1. van, behorende tot het volk der of tot de Joden: het Joodse land, Palestina; een Joodse vrouw; het Joodse Bruidje, bekend schilderij van Rembrandt; — de Joodse natie, de Joden; 2. in gebruik bij de Joden, hen kenmerkend, hun eigen : Joodse riten; het Joodse ziekenhuis-, de Joodse tijdrekening; een Joods type; een Joods accent-,op zijn Joods, naar de manier der Joden, ook: achterstevoren;

II. zn. o., de Joodse wijze van spreken of van woordgebruik: Joods praten.