Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Heten

betekenis & definitie

(heette, heeft geheten),

I. overg.,
1. gebieden, gelasten : ik heb hem geheten dat te doen; hij heeft mij hier te heten noch te verbieden, hij heeft hier niets over mij te zeggen ; — in verzw. opvatting: (met vriendelijke aandrang) verzoeken;
2. met nadruk zeggen: ik heet u welkom, roep u het welkom toe, zeg dat gij welkom zijt; — nadrukkelijk verklaren : iemand heten liegen, beweren dat hij liegt; ook: dat heet ik je liegen; — (Zuidn.) het zal niet waar heten, het zal niet gebeuren; —
3. noemen, een naam geven aan iem. of iets : gij zult zijn naam heten Johannes (Luc. 1 : 13);
4. met een (zekere of bepaalde) naam aanduiden : de „amber” geheten stof; zoals men dat heet, dat pleegt te noemen; — aanspreken met: gij heet mij Meester en Heer, en gij zegt WEL (Joh. 13:13);
5. betitelen, bestempelen met de raam, de qualificatie in de bep. uitgedrukt: hij heette hem zijn vriend; dat heet hij een beuzeling; zich gelukkig heten; dat heet ik eten, dat is eerst terdeeg eten ; — dat heet ik knap, dat is nu eens knap ;

II. onoverg.,

1. genoemd worden: hoe heet ge? ik heet Jan, naar mijn vader ; — ik mag Hans heten, als het waar is, het is volstrekt niet waar ;
2. met zekere of een bepaalde naam aangeduid worden: weet je hoe die bloem heet?’, zo iemand heet bidder of aanspreker; het mag een wonder heten, het moet als een wonder beschouwd worden ; — niet dat wat heten mag, dat het naam mag hebben, dat het in aanmerking kan komen;
3. genoemd worden, maar het daarom nog niet zijn, doorgaan of moeten gaan voor : dat heet nu werken; menigeen heet gelukkig, die het niet is ; — heten die aardappelen gaar?, beweert ge dat die aardappelen gaar zijn; — moet dat een hoed heten?, verbeeldt dat ding een hoed ?
4. het heet, men zegt, beweert: het heet, dat hij rijk is; het heet, dat hij gestolen heeft, men zegt, vertelt dat;
5. gezegd worden: „wat een mormel” heette het, toen men het beest zag; in het lied, waar het heet: „die tirannie verdrijven” enz., waar dit voorkomt.