Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Halfvasten

betekenis & definitie

v., (R.-K.) het midden der vasten, vroeger de Donderdag van de derde vastenweek, thans de vierde Zondag (Laetare) in de Vasten: halfvasten werd eertijds en wordt op sommige plaatsen nog gevierd met optochten, jaarmarkten enz.; de Graaf, de Prins van Halfvasten.

< >