Wat is de betekenis van HALFVASTEN?

Wanneer de vastentijd half om was, werd er flink gefeest. Tussen vastenavond en Pasen lag in de echte vastentijd vroeger het vrijen stil. Daarom werd er ook wel gezegd: „Met vastenavond wordt ’t lief in het zout gelegd; met halfvasten wordt zij eens omgekeerd en met Pasen wordt zij eruit gehaald.” Als de vasten voor de helft voorb...

de Donderdag der derde week van de → veertigdaagsche vasten, die soms feestelijk gevierd werd. Later is de viering verplaatst naar den daarop volgenden Zondag → Laetare.

zie Laetare.

v., (R.-K.) het midden der vasten, vroeger de Donderdag van de derde vastenweek, thans de vierde Zondag (Laetare) in de Vasten: halfvasten werd eertijds en wordt op sommige plaatsen nog gevierd met optochten, jaarmarkten enz.; de Graaf, de Prins van Halfvasten.

is het midden van de veertigdaagse vastentijd en wordt op kerkelijke en wereldlijke manier gevierd op Laetare-Zondag.

is het midden van de veertig-daagse vastentijd en wordt op kerkelijke en ook wereldlijke manier gevierd op Laetare-Zondag*. Op sommige plaatsen heeft men op die dag ook de vastenavondpret, met luimige optochten enz. In sommige streken van het Vlaamse land vieren de kinderen Sinter Greef (de graaf van Halfvasten), bijna zoals Sint Nicolaas.

v. (de dag op de helft der 40-daagse R.-K. vasten, d. i. op de 4e Zondag in die vasten; Laetare): de graaf van halfvasten, zie graaf.

mi-carême, 4 e Zondag i/d 40-daagsche vasten.

Halfvasten - naam voor den Donderdag der 3e Vastenweek, dien de geloovigen der latere M.E. gaarne feestelijk vierden. ➝ Laetare; Septimana mediana. In België wordt h. op Zondag gevierd.