Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Fontein

betekenis & definitie

v. (-en),

1. inrichting om water met zekere kracht en sierlijkheid te laten opspuiten, als ornament in tuinen, op pleinen enz., kunstmatige springbron;
2.het opspuitende water uit zulk een springbron; — bij vergelijking ook van andere zaken die opspuiten of -spatten: een fontein van vuur;
3. (Z.-A.) bron.

FONTEINTJE, o. (-s), zie aldaar. FONTEINBAK, m. (-ken); ...BUIS, v. (...buizen); ...KRUID, o., 1. inheemse waterplant met ellipsvormige bladen (Potamogeton); — 2. volksn. voor de salomonszegel (Polygonatum) en voor de veenwortel (Polygonum amphibium);.. .KRUIDACHTIGEN, v. mv.; plantenfamilie, Potamogetonaceeën, waartoe o.a. het fonteinkruid behoort; ...PIJP, v. (-en), pijp waaruit de waterstraal v. e. fontein omhoogspringt.