Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie V
- Valvenster
- Valwand
- Valwerk
- Valwerktuig
- Valwet
- Valwild
- Valwind
- Valzijde
- Vamp
- Vampachtig
- Vampier
- Vampierachtig
- Vampierrol
- Vampirisnie
- Vamprol
- Van
- Van de voorafgaande
- Vana est sine viribus ira
- Vana spes vitae
- Vanachter
- Vanadiniet
- Vanadium
- Vanadiumstaal
- Vanadiumzuur
- Vanaf
- Vanavond
- Vanbuiten
- Vandaag
- Vandaal
- Vandaan
- Vandaar
- Vandalen
- Vandalenrijk
- Vandalenwerk
- Vandalisme
- Vandalistisch
- Vandeeg
- Vandehands, vanderhands
- Vanden
- Vanderhand
- Vandiktebank
- Vandoen
- Vandoor
- Vaneel
- Vaneen
- Vaneenkloven
- Vaneenrijten
- Vaneenscheiden
- Vaneenscheuren
- Vaneensplijten
- Vaneentrekken
- Vaneenvallen
- Vaneigen(s)
- Vanessa
- Vangapparaat
- Vangarm
- Vangbaar
- Vangbal
- Vangbalk
- Vangband
- Vangbeker
- Vangbeugel
- Vangboom
- Vangboot
- Vangbrok
- Vangdraad
- Vange
- Vangeman
- Vangen
- Vangenis
- Vanger
- Vangerij
- Vangertje
- Vangfuik
- Vanggaren
- Vanggat
- Vanggeld
- Vanggreppel
- Vanghaak
- Vanghaar
- Vanghok
- Vanghoofd
- Vanghout
- Vanghut
- Vangijzer
- Vanginrichting
- Vangjacht
- Vangkast
- Vangketting
- Vangkist
- Vangklaar
- Vangklauw
- Vangklem
- Vangknuppel
- Vangkooi
- Vangkrib
- Vangkuil
- Vanglap
- Vanglijn
- Vangmerk