Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Railrem
- Railtang
- Railtransport
- Railveger
- Railverbinder
- Railverbinding
- Railverzakking
- Railvoet
- Railwalswerk
- Railzaag
- Raison
- Raison, raison d’être
- Raisonnabel
- Raisonnement
- Raisonner sur l’amour, c’est perdre la raison
- Raisonneren
- Raisonneur
- Rajap
- Rak
- Rak (recht stuk water of weg)
- Rakalje
- Rakband
- Rakbeugel
- Rakbindsel
- Rakblok
- Rakbolletje
- Rake
- Rakel
- Rakel (hark)
- Rakeldiepdruk
- Rakelen
- Rakelijzer
- Rakelings
- Rakelstok
- Rakelstreep
- Rakeltje
- Raken
- Raken (harken)
- Raket
- Raket (kruisbloemige plant)
- Raket (vuurpijl)
- Raket’baan
- Raket’bal
- Raket’bom
- Raket’maker
- Raket’motor
- Raket’net
- Raket’pers
- Raket’snaar
- Raket’spel
- Raket’speler
- Raket’vliegtuig
- Raket’voortstuwing
- Raketauto
- Raketje
- Raketten
- Raketting
- Raketveld
- Raki
- Rakje
- Rakkeband
- Rakkelen
- Rakken
- Rakker
- Rakkeren
- Rakkeren (schoonmaken)
- Rakkerig
- Rakkertje
- Rakkeslee
- Rakkestrop
- Rakketalie
- Rakketouw
- Rakketros
- Rakklamp
- Rakkloot
- Rakleuver
- Rakring
- Raktros
- Ral
- Ralachtig
- Ralijk
- Ralijklijst
- Ralkraan
- Rallen
- Rallentando
- Rally
- Ralreiger
- Ralvogels
- Ram
- Ram (aries, konijn, mannelijk schaap)
- Ram (kaartspel)
- Ramadan
- Ramadanfeest
- Ramage
- Rambam
- Ramblok
- Ramboersappel
- Ramboetan
- Ramboezing
- Rambouillet-schaap