Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Radiumzout
- Radius
- Radix
- Radja(h)
- Radje
- Radkaart
- Radkast
- Radkooi
- Radkrans
- Radlijn
- Radnaaf
- Radploeg
- Radreg
- Radschijf
- Radslot
- Radspaak
- Radstand
- Radvelg
- Radvenster
- Radvormig
- Raf
- Raf (gezouten rugvin heilbot)
- Rafactie
- Rafel
- Rafel (losse draad)
- Rafelaar
- Rafelachtig
- Rafelbord
- Rafeldraad
- Rafelen
- Rafelen (dobbelen)
- Rafelen (draden uithalen)
- Rafelig
- Rafeling
- Rafeling (beweging in het water)
- Rafelkant
- Rafelschaar
- Rafeltje
- Rafelwiel
- Rafelzijde
- Raffelen
- Raffia
- Raffiaband
- Raffiablad
- Raffialint
- Raffiaplant
- Raffiawerk
- Raffinade
- Raffinaderij
- Raffinadeur
- Raffinage
- Raffinagebedrijf
- Raffinageproces
- Raffineermachine
- Raffineermethode
- Raffineeroven
- Raffineerterrein
- Raffinement
- Raffineren
- Raffinering
- Raffineur
- Raffinose
- Rafflesia
- Rafinaderij
- Rafmeester
- Rafmeter
- Rafter
- Rag
- Rage
- Ragebol
- Ragen
- Ragfijn
- Raggen
- Raglan
- Ragmodel
- Ragmouw
- Ragoût
- Ragoûtbroodje
- Ragoûtsaus
- Ragoûtsoep
- Ragtime
- Rahout
- Raid
- Rail
- Railauto
- Railbreuk
- Railbrug
- Railbuiger
- Railcontact
- Railgarnituur
- Railhaak
- Railing
- Railklos
- Railkop
- Raillas
- Railleren
- Raillerie
- Raillichter
- Railloos
- Railprofiel