Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dwingen

betekenis & definitie

(dwong, heeft gedwongen),

1. het iem. (door geweld) onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen, nog sterker dan noodzaken: hij dwong haar te blijven; als hij niet wil zullen we hem wel dwingen; hij was er toe gedwongen (anders had hij ’t niet gedaan); de omstandigheden hebben mij gedwongen; —in verzw. bet.: zich gedwongen zien, niet kunnen nalaten;
2. (van kinderen) voortdurend aandringen en lastig zijn om iets te krijgen: die jongen dwingt om een koekje, dwingt de hele dag;
3. met geweld in iets brengen: de stop is er in gedwongen;
4. (van iets dat in elkaar gezet is) door persing, trekking (in ’t voorwerp zelf) uit elkaar dreigen te gaan.