Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dwang

betekenis & definitie

m., g. mv., machtsuitoefening waardoor men iem. tot iets noodzaakt of waardoor men genoodzaakt wordt: voor dwang bukken; dwang op iem. oefenen, uitoefenen; nog hield het schriklijk pleit van dwang en vrijheid aan (Tollens); (zegsw.) moeten is dwang en schreien is kindergezang, gezegd tegen iem. die ongerechtigd een ander iets beveelt.