m. (-en),
1. familie der tandendragende walvissen (Delphinidae) met een enkel blaasgat, waartoe
o.a. behoren : de bruinvis, de zwaardvis, de grindwal of rondkop, de witte en inz. de gewone dolfijn (Delphinus delphis) die een lengte van 2 m bereikt;
2. (Zuidn.) elleboog onder aan een afvoerbuis, vaak in de vorm van een dolfijn ;
3. vroeger gebruikelijke vertaling van dauphin, titel van de Franse kroonprins.