bn., deftig voor dikwijls, bw.,
1. vaak, vele malen : hij bezoekt mij dikwerf; hoe dijkwijls moet ik u dat nog zeggen? zo dikwijls als dit gebeurt;
2. in menig geval: dat heeft dikwijls onaangename gevolgen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: