o. (-s),
1. klein gedeelte;
2. kleinst denkbare hoeveelheid;
3. klein boekdeel.
DEELVOOGD
m. (-en), persoon door de kantonrechter benoemd bij een boedelscheiding wanneer de voogd, curator of bewindvoerder een met de door hem vertegenwoordigde erfgenamen tegenstrijdig belang heeft.