Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Curator

betekenis & definitie

(Lat.), m. (-s, -en),

1. beheerder; (rechtst.) hij die (na benoeming daartoe door de kantonrechter) belast is met de zorg voor een onder curatele gestelde ofwel voor de belangen van een ongeboren vrucht; — curator in een faillissement, door de rechtbank, bij het vonnis van faillietverklaring, benoemde persoon die, onder toezicht van de rechter-commissaris, belast is met het beheer en de vereffening van de failliete boedel (meestal een advocaat en procureur).
2. lid van de raad van toezicht over een inrichting van hoger onderwijs: het college van curatoren; president-curator.
3. curatoren van een legaat, commissie van beheer.