(dateerde, heeft gedateerd), (<Fr.),
1. (overg.) dagtekenen, de dagtekening (op iets) zetten: een brief dateren', de brief was gedateerd 17 Januari;
2. (onoverg.) dagtekenen, uit de genoemde tijd afkomstig zijn: vele gevallen dateren al van jaren her ;
3. (oneig.) het stempel van zijn tijd dragen, een verouderde indruk maken: de romans van C. beginnen nogal te dateren.