Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Concurrent

betekenis & definitie

I. zn. m. (-en).

1. schuldeiser die niet bevoorrecht is, gewoon schuldeiser.
2. mededinger, inz. in de handel enz..

II. bn., concurrente crediteuren, schuldeisers die niet hypotheek, pand of voorrecht hebben, en daardoor ponds-pondsgewijze gelijkelijk betaling ontvangen.

< >