Wat is de betekenis van Concurrent?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

concurrent

concurrent - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) een mededinger, een persoon of onderneming die met andere personen of ondernemingen hetzelfde doel voor ogen hebben, hetzelfde product verkopen of dezelfde wedstrijd winnen Woordherkomst afgeleid van het Franse gelijknamige woord (mededinger, rivaal) Synoniemen mededinge...

2024-04-28
Vastgoedmanagement

Willem G. Keeris (2018-2019)

Concurrent

Concurrent is het algemeen gehanteerde, niet gespecificeerde begrip, waarmee een (van de) an-dere aanbieder(s) op een markt wordt aangeduid, met een min of meer vergelijkbaar aanbod qua product, goed, of dienst, die op gelijke, of een soortgelijke wijze via de gevoerde product-formule invulling geeft aan de (markt)vraag van dezelfde, preferent gest...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

concurrent

concurrent - zelfstandig naamwoord uitspraak: con-cur-rent 1. iemand die hetzelfde wil bereiken als jij ♢ deze bedrijven zijn elkaars concurrent Zelfstandig naamwoord: con-cur-rent de concurrent ...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Concurrent

[Lat. concurrens, -currentis = o.dw, zie concurreren] I zn vr. concurrente mededinger, spec. in handel; II bn (wisk.) door één punt gaande; (kerk.) samenvallend (v. feesten).

2024-04-28
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

concurrent

Medeaanbieder van een product dat in dezelfde dan wel soortgelijke behoefte voorziet van een bepaalde groep afnemers.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Concurrent

(konkurrent) mededinger; niet bevoorrecht schuldeiser

2024-04-28
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Concurrent

Gelijktijdig Het plaatsvinden van activiteiten binnen hetzelfde tijdsbestek.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Concurrent

mededinger

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Concurrent

s., konkurrint.