Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Circuleren

betekenis & definitie

(circuleerde, heeft gecirculeerd), (<Fr.), zich in een kring bewegen: het bloed circuleert door de aderen; de warmte circuleert door buizen; de lucht circuleert in dit vertrek slecht, verplaatst, ververst zich slecht; — ter lezing of ter ondertekening rondgezonden worden (van boekwerken of van een adres of lijst); een adres, een intekeningslijst laten circuleren, rondzenden; — in ’t bijz. van geld: in omloop zijn: het circulerend medium, geld of geldswaardig papier in omloop; — ook in toepassing op het verkeer in de straten ener stad.